Share this article Share
Op 15-jarige leeftijd vormde Naima Bock met een groep vrienden haar eerste band, Goat Girl. Na zes jaar toeren over de hele wereld was het tijd voor de Londense om de roep van verandering te volgen. Met een Braziliaanse vader en een Griekse moeder bracht Bock haar vroege jeugd door in Brazilië voordat ze terug verhuisde naar Engeland. Ze combineerde dit erfgoed met een meer recente zoektocht naar muziek, en bracht haar debuutalbum ‘Giant Palm’ uit in 2022. De plaat is doordrenkt van Europese folktradities en Braziliaanse standards zoals die waar de familie naar luisterde op weg naar het strand.
Het tweede album van Naima Bock, ‘Below a Massive Dark Land’, dat op 27 september zal verschijnen via Sub Pop Records, heeft dezelfde majesteit als haar eerste album; een koor van stemmen en instrumenten die stijgen en dalen met Naima’s duizelingwekkende stem. Hoewel ze het album helemaal in haar eentje schreef, vanuit het schuurtje onder in de tuin van haar oma, heeft Naima het album verfraaid met solide, gerichte arrangementen die het meteen omtoveren tot een omhullende ruimte die baadt in warm licht. Net als de veilige plekken die Naima over de hele wereld heeft gevonden, vraagt ‘Below a Massive Dark Land’ niet om alle antwoorden, nog niet, maar biedt het wel een veilige plek om te kijken.
BINGO FURY
Bingo Fury’s noirish, furiously inventive music – marrying Scott Walker-esque balladry, poised jazz and agitated no-wave – has marked him amongst the UK avant-garde’s most exciting young voices. The multi-instrumentalist and madcap producer’s debut album Bats Feet For A Widow arrives February 16th via The state51 Conspiracy.
Bats Feet For A Widow was recorded in a local church in Bristol, inspired by Fury’s tangled feelings towards his strong religious upbringing. We hear the old building everywhere, amidst the rich jazz performances of his band: Meg Jenkins (bass), Henry Terrett (drums), Harry Furniss (cornet) and Rafi Cohen (guitar, glockenspiel, piano). We also hear tossed house keys, wine glasses and strange acousmatic experiments: all channelled into a powerfully cinematic, deeply romantic album. At its heart is Fury’s crooning bass vocal, lending a vivid and slyly humorous voice to universal themes of love and pain.